Terra Nostra

'Weg met dat ridicule systeem'

Begin dit jaar trad Jan Willem de Groot aan als nieuwe directeur van Terra Nostra, het kennisatelier voor boom en bodem. Terugtredend directeur en innovator Henry Kuppen blijft als ambassadeur betrokken bij Terra Nostra. Wij spraken Henry Kuppen en Jan Willem de Groot zes weken na de eerste werkdag in hun beider nieuwe rol.

Auteur: Heidi Peters

Hij liep al een tijdje met het idee om minder te gaan werken, maar drie dagen per week achtte Kuppen niet voldoende voor het leiden van het bedrijf Terra Nostra. 'Nadat ik het bedrijf in tien jaar tijd heb laten groeien van vier medewerkers tot nu ruim 20, vind ik het een mooi moment om het stokje aan een ander door te geven.' Die ander is Jan Willem de Groot, eveneens een bomenman. De laatste jaren werkte hij bij Pius Floris Boomverzorging; daarnaast is hij bestuurslid bij de Kring Praktiserende Boomverzorgers en vertegenwoordigt hij Nederland namens de VHG in de European Arboricultural Council (EAC).

Specialistische kennis
Kuppen vervolgt: 'Anderhalf jaar geleden nam ik het besluit om een stap terug te zetten en een nieuwe directeur te zoeken. Hier heb ik bewust de medewerkers bij betrokken. We hebben bijvoorbeeld samen het directeursprofiel opgesteld.' In het najaar van 2022 raakte De Groot in gesprek met Terra Nostra. 'Ik had het uitstekend naar mijn zin bij mijn vorige werkgever; ik voel me bevoorrecht als ik terugkijk op het werk dat ik als zelfstandige en voor mooie bedrijven en organisaties heb mogen doen. Maar Terra Nostra was een mooie uitdaging. Voor mij was het belangrijk een goed gevoel te hebben bij de mensen en aangezien ik een aantal al kende, wist ik dat dit wel goed zat. Daarnaast is er de positionering van het bedrijf Terra Nostra. De mensen in dit bedrijf zijn zo gespecialiseerd en zó gefocust op de boom; dat sprak mij direct aan. Terra Nostra richt zich 100 procent op bomen en op de bodem. Het team van specialisten, die heel veel allround kennis hebben en individueel zeer gespecialiseerd zijn, dat zag en zie ik als een mooie kans en uitdaging voor samenwerking. Overigens vond ik het ook belangrijk dat Henry bij het bedrijf betrokken bleef.'

'De mensen in dit bedrijf zijn zo gespecialiseerd en zó gefocust op de boom'

Boomambassadeur
Kuppen: 'Ik heb nog geen zin om te stoppen met werken. Ik zie mezelf nog wel een rol spelen in het bedrijf, maar op een andere manier. In de organisatie doe ik een stap terug; op de inhoud, waarmee ik me altijd bezig ben blijven houden, blijf ik doen wat ik al deed. Met al die specialisten in huis heb je ook mensen nodig die kunnen uitzoomen, met een helikopterblik kunnen uitkijken over het werkveld en zien welke bewegingen er zijn en welke vraagstukken er zijn of aankomen. Daarin zie ik voor mezelf een rol bij Terra Nostra: niet op organisatieniveau, maar op opdrachtgeversniveau. Wat ik dan ben bij Terra Nostra? Na de nodige hoofdbrekens hebben we mijn functie "boomambassadeur" genoemd. Ik ben de persoon die - onder andere - als een soort pleitbezorger ingezet kan worden tussen de opdrachtgever en bijvoorbeeld de politiek of bewoners.'


Kennis vergaren en delen
Na zes weken zit De Groot 'er helemaal in': 'Ik voel me al echt Terra Nostra en heb het ontzettend naar mijn zin. Ik ben onder de indruk van de kennis die er in deze club aanwezig is en het is mooi om dagelijks met zulke specialisten te mogen werken en ze te ondersteunen. Ook dat is een onderdeel van mijn rol en die van Henry: het begeleiden van mensen bij hun ontwikkeling tot boomspecialist.' Kuppen is betrokken bij het onderwijs voor ETW'ers, ETT'ers en ETM'ers bij diverse opleidingscentra en treedt op Europees niveau ook op als supervisor. 'Kennis delen zit wel in ons DNA', aldus De Groot. 'Alle kennis die wij hebben, hebben wij ook gekregen en er is een grote bereidheid om die te delen. Dat zit in Terra Nostra: kennis delen met opdrachtgevers, met boomverzorgers. Onze naam zegt het eigenlijk al: Terra Nostra, onze aarde.' Kuppen beaamt dat: 'We zijn heel open over wat we onderzoeken en wat we doen en brengen dit graag naar buiten, zodat anderen kunnen toepassen wat wij ontdekt hebben.'


Ecologische score
Hoe kijkt De Groot naar de toekomst van Terra Nostra? 'Het is belangrijk dat dingen die goed gaan, gecontinueerd worden en dat de goede basis wordt vastgehouden en wordt uitgebouwd. Ik wil me onder andere graag richten op dat laatste, het doorontwikkelen van Terra Nostra naar een landelijk dekkend netwerk van boomadviseurs. Daarnaast werken we aan de ontwikkeling van een ecologische score. Bomen worden nu veelal alleen beoordeeld op basis van veiligheid, waarbij we de boom bekijken met het oog op risico's. Maar de ecologische kant van de boom, de kansen die bomen bieden aan andere organismen, mogen ook weleens in kaart gebracht worden. Welke ecologische waarden hebben bomen? Dat zou eigenlijk een maatschappelijke discussie mogen worden: welke waarden hechten we aan bomen?'

'De stuksdiscussie is zinloos'

'Men is zich er nu niet van bewust welke ecologische waarden worden geruimd wanneer er een boom met gebreken wordt gekapt', zo vult Kuppen aan. 'Ik zie dat onze opdrachtgevers daar behoefte aan hebben. We hebben een klimaat-, diversiteits- en milieuprobleem; toch werken we nog met een ridicuul systeem waarbij onveiligheid wordt getoetst. Door op een andere manier te kijken en waarden in beeld te brengen, kun je andere beslissingen nemen. Dit is nou typisch zo'n beweging die noodzakelijk is voor opdrachtgevers, maar die zij zelf niet bedenken. Als boomambassadeur kan ik dat oppakken.'

Feromoonverwarring
Samen met initiatiefnemer Sylvia Hellingman en Teun Dekker van een Zweedse landbouwuniversiteit is Terra Nostra volop bezig met het ontwikkelen van beheermethoden van de eikenprocessierups. 'Dat heeft te maken met paringsverstoring of feromoonverwarring', legt Kuppen uit. 'Vrouwtjesvlinders zenden feromonen uit. Door deze feromonen massaal in bomen aan te brengen, verwar je de mannetjes en voorkom je omvangrijke bevruchting in dat gebied. We onderzoeken dit nu volop en ik ben er enthousiast over, omdat het geen negatieve neveneffecten heeft voor niet-doelorganismen. Ik zie dit als een goed tegenwicht tegen de bestaande bestrijdingsmiddelen, die wél ongewenste neveneffecten hebben. Dit past in de ecologische benadering die wij nastreven. In de vele beheerplannen die wij voor organisaties opstellen, stellen wij zelf altijd als doel dat de milieu-impact van de werkzaamheden lager wordt.'


Van aantallen naar volume
Ook digitalisering is een thema dat voortdurend aandacht krijgt. De Groot: 'Zonder het digitaliseren van kroonvolumes en de analyses van onze GIS-afdeling, bijvoorbeeld van essentaksterfte en de eikenprocessierups, zouden we niet zoveel kennis hebben. Onze GIS-afdeling groeit dan ook ongekend.'
Kuppen: 'Wij hebben digitale systemen opgezet voor onze registraties, zodat er een goede database ontstaat met allerlei informatie die wordt opgehaald in het veld. Deze informatie probeer je vervolgens te koppelen. Dat is superinteressant en daar doen we heel veel mee. We kijken welke rol ecosysteemdiensten spelen in onze stad. Die informatie zetten we vervolgens in voor gemeenten die op een ander niveau met bomen omgaan, dus geen benadering op basis van aantallen, maar van actueel kroonvolume. Zo wil de gemeente Den Haag in 2030 vijf procent meer kroonbedekking hebben. Hiervoor hebben wij een nulmeting uitgevoerd; vervolgens gaan we kijken hoe dat gerealiseerd kan worden. De stuksdiscussie is zinloos; dat wil ik als boomambassadeur graag komen uitleggen.'

'Bij langzame organismen zoals bomen is kwaliteit heel belangrijk'

Kwaliteit en overdracht
Kuppen benadrukt: 'Je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen dat er projecten uitgevoerd worden op een manier die wat kwaliteit betreft niet hoogstaand is, waarbij je liever zou zien dat de helft wordt uitgevoerd, maar dan met aandacht voor de kwaliteit. Daarbij is kwaliteit geen containerbegrip, maar een voorwaarde. Bij elk project vraag je je opnieuw af: wat is hier kwaliteit? Wat is nodig om voor de bomen en de bodem het beste resultaat te behalen? Hoe richten we hier de groeiplaats in? Daar moeten we constant op blijven hameren. Zeker bij langzame organismen als bomen is dat heel belangrijk.

'We hebben te maken met een enorme vergroeningsopgave, twee miljard bomen in Europa. Het lijkt wel of de focus enkel en alleen ligt op het aanplanten van nieuwe, jonge bomen', zegt De Groot. 'Maar we moeten ook kijken hoe we datgene wat we hebben kunnen behouden en beschermen. Hierbij ligt de focus soms op bomen in de openbare ruimte, maar we weten inmiddels dat in veel steden soms wel 70 procent van het belangrijke groen op particulier terrein staat. De aandacht moet dus gaan naar alle bomen in de stad, het complete stadsbos, en dat vraagt bewustwording. De particuliere terreinen hebben we op termijn keihard nodig om onze dorpen en steden leefbaar te houden.'

Nu, in de eerste maanden van het jaar, gaat de aandacht nog volledig uit naar de overdracht van de taken van de voormalige aan de nieuwe directeur. 'Op hoofdlijnen kijken we op dezelfde manier naar ons werk en het bedrijf.' Hoewel er onderling geen harde lijn is uitgestippeld voor het bedrijf en de toekomst, herkennen beiden zich in elkaar en in hun ambities, die door Terra Nostra al eerder zijn samengevat als 'bomen laten leven'.

Download de publicatie: Pleitbezorgers voor bomen

Reacties niet mogelijk
Cookie melding OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang