Roetschorsschimmel Cryptostroma corticale
Ziekteverschijnselen en herkenning
Ontwikkeling roetschorsschimmel
Roetschorsschimmel of roetschorsziekte is een ziekte veroorzaakt door de schimmel Cryptostroma corticale. In Nederland zijn het alleen nog esdoorns die aangetast raken door deze schimmel. Cryptostroma corticale is een zwakte parasiet en komt de boom binnen via wonden. De schimmel kan echter lange tijd latent in de boom aanwezig blijven tot het moment dat de omstandigheden voor de schimmel optimaal zijn. De ontwikkeling van de schimmel wordt met name gestimuleerd door een afname in conditie van boom zoals ten gevolge van droogte en hittestress.
Distributie
Roetschorsschimmel is in 1898 beschreven in Ontario, Canada en ook aanwezig in Noord Amerika. Sinds 1945 is de ziekte voor het eerst opgemerkt in Londen, Verenigd Koningrijk en heeft zich van daar uit verder verspreid over Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Bulgarije en Tsjechië. Sinds 2014 wordt de roetschorsschimmel waargenomen in een groot deel van Nederland en België.
Overzicht van de locaties van roetschorsschimmel in Nederland en België van 2014 tot en met 2021. In Nederland zijn de gevallen bevestigd met microscopische analyse, voor België is dit niet bij alle gevallen bekend.
Soortengevoeligheid
Onderstaande tabel is een weergave van gevoelige soorten. De soorten die vatbaar zijn voor de roetschorsschimmel zijn wereldwijd vastgesteld en de informatie over de gevoeligheid komt vanuit Europese waarnemingen en het databestand Terra Nostra (voorjaar 2022).
Gevoelige soorten
Gewone esdoorn | Acer pseudoplatanus |
Beperkt gevoelige soorten
Veldesdoorn | Acer campestre |
Vederesdoorn | Acer negundo |
Noorse esdoorn | Acer platanoides |
Roodbladige Noorse esdoorn | Acer platanoides ‘Crimson King’ |
Zilveresdoorn | Acer saccharinum |
Zelden gevoelige soorten of nog onbekend in Nederland
Japanse esdoorn (USA) | Acer palmatum |
Grootbladige esdoorn (USA) | Acer macrophyllum |
Rode esdoorn (USA) | Acer rubrum |
Paardenkastanje (USA) | Aesculus hippocastanum |
Kornoelje (USA) | Cornus nuttallii |
Berk (EU) | Betula |
Linde (EU) | Tilia |
Hickorynoot (EU) | Carya |
Fysiologie
De eerste ziekteverschijnselen aan de bomen zijn verdorde bladeren in de kroon, deze kan zich verder ontwikkelen met zichtbare slijmvlekken op de stam en bastafsterving. De schimmel zorgt ook voor een groen/bruine houtverkleuring. De sporen ontwikkelen zich snel en in grote hoeveelheden onder het buitenste oppervlak van de schors dit wordt het fellogeen of kurkcambium genoemd. Onder het kurkcambium kan een ruimte ontstaan van enkele millimeters die gevuld is met sporen waardoor plekken ontwikkelen die er uit zien als blaren. Uiteindelijk kan de schors scheuren en grote hoeveelheden sporen worden hierdoor zichtbaar, het lijkt dan alsof de stam bedekt is met roet, vandaar de naam roetschorsschimmel of roetschorsziekte. Roetschorsschimmel verspreidt zich door de gehele boom waardoor de boom uiteindelijk afsterft en snel breukgevoelig wordt. Door sporendrift kan een donkere laag sporen op de ondergrond ontstaan.

Opbolling kurkcambium

Sterke sporenbezetting

Groen/bruine houtverkleuring

Sporendrift op klimop
Verspreiding naar andere bomen
Indien bomen met een sterke sporendrift in de buurt van gezonde bomen staan kunnen deze worden geïnfecteerd met Cryptostroma corticale via de sporen van de schimmel. Sporen verspreiden zich voornamelijk via de wind, maar ook regen kan ervoor zorgen dat sporen uit de lucht op andere esdoorns terecht komen. Net gesnoeide bomen of bomen met recent gebroken takken zijn in eerste instantie vatbaar voor de schimmel. Ondanks de grote hoeveelheid sporen die deze schimmel produceert, worden er relatief gezien maar weinig bomen geïnfecteerd met de schimmelsporen.
Effect van de aantasting
Effect op de gezondheid
Sinds 1932 is bekend dat mensen die met de sporen van de roetschorsschimmel in aanraking komen luchtwegklachten kunnen krijgen door het inademen van een grote hoeveelheid sporen. Grote hoeveelheden sporen komen vooral vrij bij het zagen en vellen van de bomen. De aanwezigheid van de schimmel moet dus gezien worden als een beroeps gerelateerd gezondheidsrisico.
Aangezien de gezondheidsklachten zich vooral voordoen bij het vrijkomen van grote hoeveelheden sporen, lopen omwonenden of gebruikers van de openbare ruimte geen direct risico op gezondheidsklachten. Mensen met astmatische klachten of luchtweg aandoeningen worden geadviseerd extra zorgvuldig te zijn en afstand te houden tot besmette bomen. Blootstelling aan de sporen kan een allergische ontstekingsreactie van de longblaasjes (alveolitis) veroorzaken bij langdurig of herhaaldelijk inademen van de sporen. Dit kan leiden tot kortademigheid, droge hoest en koorts. Doorgaans zijn de klachten van korte duur, bij mensen die langdurig aan grote hoeveelheden sporen zijn blootgesteld kan het een chronisch karakter krijgen en tot ernstige klachten leiden.
Effect op bomen
Naarmate de zichtbare effecten van zwartverkleuring toenemen bevind de boom zich in een steeds verder afnemende conditie. Als gevolg van de aantasting ontstaat afbraak van houtweefsel wat snel tot verhoogd takbreukrisico kan leiden. Roetschorsschimmel leidt uiteindelijk tot het afsterven van aangetaste bomen, dit proces kan zich binnen één jaar ontwikkelen.
Takbreuk in met roetschorsschimmel aangetaste boom
Aanpak
Identificatie
Op basis van sporenonderzoek in het laboratorium van Terra Nostra kan de roetschorsschimmel binnen drie werkdagen gedetermineerd worden, gemiddeld gezien wordt 50% van de ingestuurde monsters positief gedetermineerd. Monsters dienen telefonisch bij Terra Nostra aangemeld te worden, u ontvangt dan een offerte en instructies voor monstername en verzending. De laboratorium analyse en mogelijke beheerstappen worden in een briefrapportage opgeleverd. De uitslag is representatief voor de positie van het monster en het moment van monstername.
Monstername van roetschorsschimmel verdachte bomen
Er dienen verschillende bastdelen van ongeveer 10x10 cm genomen te worden van de meest zichtbaar zwarte stamdelen. In sporadische gevallen bevinden de meest zwarte delen zich op de takken. Het is belangrijk de monsters zorgvuldig te verpakken en naar het vooraf afgestemde adres te sturen. Het wordt geadviseerd om bij monstername wegwerphandschoenen en een mondkapje te gebruiken, het monster met de wind in de rug te nemen en per boom nieuwe wegwerp handschoenen te gebruiken om overdracht van sporen tussen de monsters te voorkomen.
Monstername meest zwarte deel van de stam van een van aantasting verdachte gewone esdoorn
Beheer niet aangetaste bomen
Monitoring
Esdoorns waarop, na microscopische analyse, geen roetschorsschimmel is vastgesteld hoeven niet geveld te worden. Als de boom op een later moment toch roetschorsschimmel ontwikkeld en er omgevingsrisico’s kunnen ontstaan, wordt geadviseerd de boom als attentieboom twee maal per jaar te controleren.
Preventief verwijderen van de bomen
Gezonde bomen beschikken over een sterke plantweerbaarheid wat ze in staat stelt ziektes en aantastingen te weerstaan. Bekend is dat esdoorns die in een slechte conditie verkeren ook met groeiplaatsverbetering niet snel een verbetering laten zien in conditie. Ze hebben daardoor weinig afweer tegen een aantasting. De kans bestaat dat een esdoorn in een slechte conditie alsnog roetschorsschimmel ontwikkelt, omdat de schimmel heel vaak latent aanwezig is bij esdoorns. Het kan daarom geadviseerd worden om esdoorns te vellen die in een dusdanig slechte conditie verkeren dat herstel uitgesloten is. De ontwikkeling van roetschorsschimmel wordt dan voorkomen.
Beheer aangetaste bomen
De noodzaak om beheermaatregelen uit te voeren bij aangetaste bomen is afhankelijk van de locatie van de aangetaste boom. Het effect van de aantasting op de veiligheid is vanwege houtafbraak een verhoogd takbreuk risico en er kan een risico op ongewenste gezondheidseffecten bij mensen ontstaan. In veel gevallen is er sprake van bomen in een bebouwde/stedelijke omgeving waarbij takbreuk en mogelijk contact met de sporen niet is te accepteren. Voor deze bomen is het advies deze spoedig, liefst binnen zes weken na determinatie, te verwijderen.
Indien bomen op een locatie staan waar geen gezondheids- of veiligheidsrisico’s zijn te verwachten, is er géén noodzaak tot kap over te gaan. Wel is het belangrijk het risico op contact van publiek met de sporen goed in te schatten en maatregelen te nemen indien nodig, dit kan door voorlichting en een betredingsverbod van bepaalde zones in te stellen. Veldonderzoek en monitoring van Terra Nostra op lopende projecten moet in de komende jaren uitwijzen wat de effecten zijn op andere bomen bij het handhaven van aangetaste bomen.
Verwerken aangetaste bomen
Het verwerken van aangetaste bomen dient op een dusdanige wijze te gebeuren zodat verspreiding van sporen zoveel mogelijk geminimaliseerd wordt om gezondheidsrisico’s te beperken. Werkgevers, vanuit oogpunt van zorgvuldigheid, en ook opdrachtgevers, hebben de verplichting medewerkers te beschermen die met een grote hoeveelheid sporen in aanraking kunnen komen. Terra Nostra heeft hiervoor samen met Arbo-organisatie Stigas een protocol opgesteld om veilig te kunnen werken. Zusterbedrijf de Nationale Bomenbank heeft hierop het gehele proces van verwerking ingericht en een specifiek Plan van Aanpak ingesteld. Hierbij worden zoveel mogelijk bomen machinaal verwerkt en verkleind, waarbij persoonlijke beschermingsmiddelen, nevel en overdruk cabines zorgen voor de veiligheid van betrokkenen. Deze specifieke werkwijze en het Plan van Aanpak is door Terra Nostra in de praktijk gemonitord bij een project in Sittard met grootschalige velling van esdoorns. Hieruit is gebleken dat de genomen maatregelen aantoonbaar tot minimalisatie van de sporendrift leiden.
Lees hier het Praktijkadvies Roetschorsziekte, december 2022:
Praktijkadvies roetschorsziekte - december 2022.pdf
Voor meer informatie over roetschorsschimmel neem contact op met onze deskundige: Wendy Batenburg