eiken staan volop in blad

Opgesteld door Henry Kuppen / Wendy Batenburg
Contact: info@terranostra.nu
Datum: 18 april 2024
Nummer 2-2024

Eerste vervellingen zijn waargenomen

Op 31 maart kwamen in het insectenstation in Mill de eerste eitjes van de eikenprocessierupsen uit. De laatste eiuitkomst is op 6 april waargenomen. In de tussenliggende periode is de temperatuur erg warm geweest voor de tijd van het jaar. Dit heeft tot gevolg dat ook de eiuitkomst gestimuleerd wordt en we aannemen dat alle eitjes van eikenprocessierupsen in Nederland zijn uitgekomen. Op 12 april zijn de eerste vervellingen waargenomen en is het tweede larvale, L2 stadium bereikt. Dit vindt eerder plaats op bomen die hun bladontplooiing al verder hebben ontwikkeld. Een bijzonder fenomeen is in het insectenstation in Mill waargenomen. Doorgaans skeletteren eikenprocessierupsen het blad, dit jaar is voor het eerst op Quercus ilex, steeneik waargenomen dat eikenprocessierupsen ook venstervraat op blad kennen. Waarschijnlijk is het harde wintergroene blad van de steeneik hiervan de oorzaak.

Naast temperatuur is voedsel een belangrijke factor die de ontwikkeling van de eikenprocessierupsen beïnvloedt. In 2023 werden de eerste vervellingen pas op 30 april waargenomen. Het huidige onstuimige voorjaarsweer met kou, felle buien en hagel kan invloed hebben op de kwetsbare kleine rupsen en op een natuurlijke manier voor minder rupsen zorgen.

Links: L1 op Quercus ilex met venstervraat. Rechts: L2 op Quercus robur met geskelleteerd blad

Bladontplooiing en inzet van BT

Door de recordhoge temperaturen in februari zijn eiken vroeg in het blad gekomen. Al vanaf begin april is het eerste eikenblad aan het ontwikkelen wat extreem vroeg is.De verlenging van het groeiseizoen is vanwege klimaatverandering structureel, waarbij is vastgesteld dat het groeiseizoen in Nederland in de afgelopen 50 jaar met 3 weken is verlengd. De verlenging vindt zowel in het voorjaar als in het najaar plaats. Dit varieert per jaar, maar dit jaar blijkt het te resulteren in een zeer vroege bladontplooiing van eik.

Voor de inzet van het biologische bacteriepreparaat Bacillus thuringiensis (BT), stelt de Leidraad beheersing eikenprocessierups, update 2022, dat vanaf 40% bladontplooiing deze methode ingezet kan worden. Het werkingsprincipe van BT is dat rupsen door middel van vraat het middel binnen krijgen. Hiervoor is dus voldoende mate bladontwikkeling noodzakelijk voor een effectieve werking. Er zijn nu nog eiken te vinden met te weinig bladontplooiing maar een groot gedeelte heeft al de benodigde hoeveelheid ontwikkeld.

Op basis van de huidige bladontwikkeling verwachten we dat de eerste inzet met BT vanaf 22 april kan plaatsvinden. Bij bomen waarbij de bladontplooiing achterblijft zal de behandeling later plaats moeten vinden.


Geadviseerd wordt om BT alleen toe te passen op die locaties waar minimaal 20% van de eiken in 2023 was aangetast én waarbij er onacceptabele risico’s op overlast voor de omgeving kunnen ontstaan. Daarbij dienen gebieden met beschermde vlindersoorten ontzien te worden, een en ander conform de voorwaarden die gesteld zijn in de leidraad. Het middel kan 24 uur per dag toegepast worden en breekt onder invloed van uv-licht binnen 1 tot 7 dagen af. Gezien de huidige, merendeels lage plaagdruk, is de noodzaak tot inzet van BT beperkt aanwezig en een herhalingsbehandeling in de meeste gevallen niet aan de orde.

 

Beeld van bladontwikkeling diverse levensfasen eik.
Links: halfwas en volwas eik 16-4-2024, Velp. Rechts: halfwas eik 18-4-2024 Mill

Voorwaarden

De voorwaarden waar de spuiter rekening mee dient te houden zijn:

  • Toepassen op bomen die minimaal 40% bladontplooiing hebben.
  • Er zijn nog onderlinge verschillen in bladontwikkeling, doorgaans komen jongwas bomen later in het blad dan halfwas- of volwasbomen, houdt hiermee rekening in de planning.
  • Plan als eerste de bomen in waarop een herhalingsbehandeling met BT wordt toegepast. 
  • Indien een herhalingsbehandeling van toepassing is, voer deze binnen 7 tot 10 dagen uit na de eerste behandeling.
  • Tijdens bespuiten de gehele kroon bedekken met nevel.
  • Vul per locatie een spuitrapport in en werk zo mogelijk met Track & Trace-systeem of online registratiesysteem, dit om bij tegenvallende resultaten de spuitomstandigheden te kunnen beoordelen.
  • Stoppen als windkracht boven 3 BFR komt, takken bewegen dan ruim.
  • Stoppen als het zoveel regent dat bladeren/takken gaan druipen.
  • De behandelingen dienen afgerond te zijn zodra het vierde larvale stadium met brandharen wordt waargenomen.
  • Houdt rekening met bewoners en huisdieren, communiceer met begrip.

Brandharen

Het moment dat brandharen ontstaan na de derde vervelling en het L4 stadium wordt bereikt is ingeschat op 12 mei. Op basis van de huidige temperatuur modellen met afgelopen koele periode voorspellen we dat op 16 mei L4 met brandharen ontwikkeld. Aangezien door de werveling van de spuitapparatuur brandharen verspreiden is het noodzakelijk dat de spuitwerkzaamheden zijn afgerond voordat de eikenprocessierups het overlast stadium L4 heeft bereikt. Zodra we een beter beeld hebben over de ontwikkeling van de vervelling naar L4 zullen we u op de hoogte brengen door middel van de volgende nieuwsbrief.

Heeft u, naar aanleiding van deze nieuwsbrief, nog vragen of opmerkingen?

U bent vrij om deze nieuwsbrief binnen uw organisatie te verspreiden. Collega’s kunnen zich ook bij onderstaand mailadres aanmelden om op de EPR-maillijst gezet te worden. Indien er behoefte is om foto’s of tekst over te nemen willen wij u verzoeken schriftelijk toestemming te vragen bij het secretariaat van Terra Nostra via onderstaande gegevens. Heeft u nog vragen of opmerkingen neem dan contact op met Wendy Batenburg of Henry Kuppen op telefoonnummer 0184 – 69 89 93 of per e-mail info@terranostra.nu.

Reacties niet mogelijk
Cookie melding OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang