maar eerste brandharen ontwikkelen zich

Opgesteld door Henry Kuppen / Wendy Batenburg
Contact: info@terranostra.nu
Datum: 13 mei 2024
Nummer 3-2024

Ontwikkeling afgelopen periode

Dat de ontwikkeling en vervellingen van de eikenprocessierups sterk afhankelijk zijn van de dagtemperatuur is de afgelopen periode weer gebleken. Na het warme begin van april, werd het koud met veel neerslag en wind. Eind april knapte het weer op met hogere temperaturen. Er bleef in de koele periode een groot verschil zichtbaar tussen ontwikkeling van rupsen op bomen die vroeg in het blad zijn gekomen zoals Quercus frainetto, Hongaarse eik en sommige Quercus robur, zomereik. Door het koele weer zijn er ook zomereiken geweest die in bladontwikkeling stil kwamen te staan. Op 27 april, Koningsdag werden er maar liefst drie larvale stadia in het insectenstation in Mill waargenomen, variërend van L1 tot en met L3. Gevolg van deze koele periode was ook dat de bladontplooiing in het noordoosten van Nederland sterk achterbleef ten opzichte van het zuiden en westen van Nederland.

De warme dagen van begin mei zorgden ervoor dat de verschillende stadia en vervellingen, van de rupsen op de bomen die vroeg in het blad stonden, elkaar snel opvolgende. Zo hadden de eerste rupsen op 7 mei al, het overlast stadium, L4 bereikt en zijn deze rupsen op 13 mei al overgegaan naar het vijfde larvale stadium, L5. Dit is typisch voor de bomen met vroege bladontwikkeling. Alle eiken staan momenteel in het blad. In het station in Mill zijn nog enkele rupsengroepen in L3 te vinden en inmiddels verkeerd het merendeel van de rupsen in het overlast stadium, L4. De eikenprocessierupsen op bomen die laat in het blad zijn gekomen zullen zich naar alle waarschijnlijkheid nog in het late L3 of vroege L4 stadium bevinden.

13 mei, eerst waargenomen vervelling naar L5 is gestimuleerd door warme dagen en vroeg uitgelopen Quercus robus 

Venstervraat

De eikenprocessierups staat bekend om zijn typische vraatpatroon, dit wordt het skeletteren van het blad genoemd. Dit is zelfs een kenmerk waarop de eikenprocessierups van andere soorten is te onderscheiden en te lokaliseren in eiken. Dit jaar is echter voor het eerst venstervraat waargenomen. Bij venstervraat schrapen de rupsen het bladmoes van de bladeren en blijft het achterliggende netwerk van het blad intact. Deze waarneming is alleen op Quercus ilex, steeneik waargenomen. Dit is een wintergroene eik met hard leerachtig blad, mogelijk dat dit ook de reden is dat de kleine rupsen op deze wijze aan de plant vraten. In een latere fase toen de jonge scheuten zich ontwikkelden zijn de rupsen naar de jonge loten verhuisd en teruggekeerd in hun reguliere skeleteer vraatpatroon.

Links: venstervraat L1 op Quercus ilex, steeneik. Rechts blad wordt geskeletteerd door L4 op Quercus robur, zomereik.

Andere rupsen

In 2023 werden veel bomen in deze periode kaalgevreten, momenteel is dit incidenteel ook het geval, maar het lijkt veel minder aanwezig ten opzichte van vorig jaar. De kaalvraat wordt echter niet veroorzaakt door de eikenprocessierups maar door een cocktail aan diverse rupsen zoals de wintervlinder en groene eikenbladroller. Deze cocktail aan rupsen is een jaarlijks terugkerend fenomeen waarbij de intensiteit per locatie en dus ook per jaar sterk uiteen kan lopen.

Buurse, gemeente Haaksbergen: incidentele kaalvraat op eik door cocktail aan rupsen maar niet veroorzaakt door eikenprocessierups.

Beheermaatregelen

Aangezien het overlaststadium is bereikt, dient de preventieve bestrijding met bomennevelspuit afgerond te worden. Op locaties waar een vroege bladontplooiing is waargenomen dient men vanaf nu geen bomennevelspuit meer in te zetten. Dit is om te voorkomen dat de brandharen van de rupsen, door de inzet van de lucht-ondersteunde spuitapparatuur, verspreid worden. Er is nog geen nestvorming waargenomen, de aller vroegst ontwikkelde rupsen zullen dit echter wel in de komen periode gaan vormen. Omdat de ontwikkeling nog varieert verwachten we dat de eerste nestvormingen binnen 2 weken duidelijk aanwezig is en vanaf eind mei gestart kan worden met de monitoring op de aanwezigheid van EPR nesten door inspecties.

Vanaf het moment van inspecties kan ook de curatieve/reactieve bestrijding plaatsvinden. Hiervoor zijn industriële zuigers in te zetten die geschikt zijn voor de bestrijding van de eikenprocessierups. Hiervoor zijn speciale machines met afdoende filtering beschikbaar die rupsmaterialen opzuigen en in een zak verzamelen. Deze rupsmaterialen en PBM’s dienen volgens het geactualiseerd afvalprotocol van Kennisplatform Processierups (www.processierups.nu) verpakt, getransporteerd en afgevoerd te worden. Er zijn ook zuigers in te zetten welke de rupsmaterialen ter plekke in een oven verbranden (Parasite Hit®), het afval wat hierbij vrijkomt kent minder beperkingen in de afvalverwerking.

Daarnaast kan, op locaties die met zuigers moeilijk te bereiken zijn, de plukmethode ingezet worden. Hierbij worden de nesten veelal klimmend in een zak getrokken en afgevoerd volgens het afvalprotocol.

Houd er rekening mee dat de mogelijkheid bestaat dat er na de bestrijding nog nesten ontstaan. Dit kan veroorzaakt worden door de vroege inspectie-, en bestrijdingsmoment. Soms zijn rupsen overdag nog aan het vreten in het gebladerte van de boom waardoor ze niet zichtbaar zijn. Ook kunnen grondnesten een rol spelen, dit is een onzekere factor die lokaal grote invloed kan hebben op de populatieontwikkeling. Hierbij komen op zomerse dagen de rupsen uit de grond terwijl er geen vraatschade zichtbaar is of daarvoor geen zichtbare vervellingen zijn gevormd.

Registratie

Belangrijk is om alle informatie rondom EPR-uniform te registreren, dit is uiteengezet in de Leidraad Beheersing eikenprocessierups (update 2022). Terra Nostra beschikt over een eenduidig registratieprotocol en verwerkt deze in het door ons ontwikkelde ArcGIS platform, specifiek ontworpen voor EPR. Dit voorziet in een uniforme EPR-registratie- en beheersystematiek, waarmee we kwalitatief goede analyses kunnen maken. Een goede registratie borgt betrouwbare informatie, waarop toekomstig beheer gebaseerd kan worden.

Opvolgende te verwachten nieuwsbrief

De komende tijd zal in het teken staan van inspecteren en nesten verwijderen. Zodra het popstadium ontstaat, zal minder overlast worden ervaren en zal de monitoring met feromoonvallen starten. Afhankelijk van deze ontwikkeling en nieuwe beheeracties wordt verwacht dat we begin juli de volgende nieuwsbrief uitbrengen.

Heeft u naar aanleiding van deze nieuwsbrief nog vragen of opmerkingen?

U bent vrij om deze nieuwsbrief binnen uw organisatie te verspreiden. Collega’s kunnen zich ook bij onderstaand mailadres aanmelden om op de EPR-maillijst gezet te worden. Indien er behoefte is om foto’s of tekst over te nemen willen wij u verzoeken schriftelijk toestemming te vragen bij het secretariaat van Terra Nostra via onderstaande gegevens. Heeft u nog vragen of opmerkingen neem dan contact op met Wendy Batenburg of Henry Kuppen op telefoonnummer 0184 – 69 89 93 of per e-mail

Reacties niet mogelijk
Cookie melding OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang